Als u een eigen woning bezit, wordt dit gezien als een vorm van inkomen. U moet als huizenbezitter een bedrag optellen bij uw belastbaar inkomen als u aangifte doet. Dit heet Eigenwoningforfait.
Voor het eigendom van een eigen woning wordt in box 1 een bedrag bij uw inkomen opgeteld, dat is het eigenwoningforfait. Dit geldt niet voor een vakantiewoning, deze valt in box 3. De hoogte van het eigenwoningforfait hangt af van de WOZ-waarde. Uw gemeente bepaalt jaarlijks deze waarde van uw woning.
Uw eigenwoningforfait berekenen
De Belastingdienst kent voor de berekening van het eigenwoningforfait verschillende tarieven, afhankelijk van de waarde van het huis. De meeste huizenbezitters krijgen te maken met 0,6%. Dit geldt voor alle huizen met een WOZ-waarde tussen € 75.000 en € 1.090.000 (2020). Dit percentage van uw WOZ-waarde telt u op bij uw inkomen.
Rekenvoorbeeld
Stel, uw huis heeft een WOZ-waarde van € 225.000. Voor deze woningwaarde is het percentage: 0,6%. De berekening van uw eigenwoningforfait is: € 225.000 x 0,006 = € 1.350. Dit bedrag telt u op bij uw inkomen in box 1.
Belastingvoordeel versus eigenwoningforfait
Het eigenwoningforfait verhoogt dus uw belastbaar inkomen. Gelukkig mag u als woningbezitter onder voorwaarden ook bepaalde kosten aftrekken van uw inkomen, waardoor het belastbaar inkomen weer daalt. Denk bijvoorbeeld aan de hypotheekrente, erfpachtbetalingen en de financieringskosten voor de aankoop van een eigen woning. Doorgaans is deze aftrek hoger dan het eigenwoningforfait, maar niet altijd. Bijvoorbeeld wanneer u geen of een kleine woningschuld heeft. Op de site van de Belastingdienst leest u hier meer over.
Wilt u meer weten over het eigenwoningforfait? Uw Zelfstandig Adviseur van Arnold van Hooft helpt u graag verder met vragen over uw eigen woning.