Hoe zit het met belastingen in 2019?

Voor nieuwe regels en wetten is 1 januari vaak de ingangsdatum. Zodra de vuurwerkdamp is opgetrokken, is er dus wat veranderd. We zetten een aantal belangrijke zaken over de belastingwijzigingen in 2019 op een rij. Van inkomen tot eigen woning: dit kunt u verwachten.

Over uw inkomen betaalt u belasting. Deze inkomstenbelasting is nu nog opgedeeld in vier schijven. Vanaf 2019 werkt de overheid langzaam toe naar een tweeschijvenstelsel, dat in 2021 officieel van kracht is. De eerste drie schijven komen daarin samen tot één grote schijf, met een inkomensgrens van € 68.507 en een belastingpercentage van 37,05%. De tweede schijf krijgt een belastingpercentage van 49,5%.

Wat betaalt u over uw inkomen?

Tot 2021 laat de overheid de huidige schijven langzaam groeien naar het belastingpercentage van het nieuwe systeem. Voor de eerste schijf (inkomen tot € 20.142) betekent dat een lichte stijging van het tarief, van 36,55% naar 36,65%. Voor de overige schijven betekent het een daling. Verdient u tussen de € 33.994 en € 68.507? Dan daalt het tarief van de inkomensbelasting van 40,84% naar 38,1%. En verdient u meer dan dat? Dan daalt het tarief van 51,95% naar 51,75%.

Voor mensen in de AOW gelden andere tarieven, afhankelijk van het geboortejaar.

En als u een koophuis heeft?

De nieuwe schijvenstelsel gaat samen met een versnelde afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Aftrek van hypotheekrente werkt zo: wat u aan rente betaalt, trekt u af van uw belastbaar inkomen. Het tarief waartegen hypotheekrente in aftrek wordt gebracht zakt met een 0,5% naar 49%. Na 2019 daalt dit percentage door met 3% per jaar, tot het in 2023 op het tarief van de eerste schijf komt (37,05%).

Voor de meeste huizenbezitters daalt het eigenwoningforfait (simpel gezegd een soort inkomsten die u hebt uit uw woning, waarover u belasting moet betalen) naar 0,65% van de WOZ-waarde van uw woning. Dit bedrag telt u op bij uw inkomen. Deze daling is een compensatie voor de verminderde hypotheekaftrek.

Belasting en spaargeld

U betaalt belasting over uw spaargeld (vermogensrendementsheffing) als deze boven een bepaalde grens komt. In 2018 was die grens € 30.000 per persoon, dit jaar is dat € 30.360. Voldoet u aan deze voorwaarden? Dan mag u met uw partner samen € 60.720 vermogen hebben zonder daar belasting over te betalen. De tarieven voor de vermogensrendementsheffing wijzigen ook. Effectief betaalt u 0,58% belasting over uw vermogen tussen € 30.360 en € 102.010. Dat was in 2018 nog 0,61%.

Verhoging btw-tarief

Veel belastingen gaan vanaf 1 januari 2019 dus omlaag. Daar staat echter een stijging van het lage btw-tarief tegenover. Deze gaat van 6 naar 9%, wat bijvoorbeeld gevolgen heeft voor de kosten van de dagelijkse boodschappen en een bezoek aan musea en attracties.

Kijk voor meer informatie over het Belastingplan 2019 op de website van de Rijksoverheid.

Neem contact op